CaniTrail Gedragsregels


 

Tijdens het trailen, zowel regulier als canitrail, is het belangrijk dat we rekening houden met onze hond(en), medelopers, alsmede andere ‘gebruikers’ van de natuur en natuurlijk het wild. 

 

Welzijn, respect en verantwoordelijkheid

 

·         Loop alleen met een hond die je goed kent.

·         Behandel je hond met geduld en respect. Correcties, geschreeuw of andere vormen van ‘dwang’ worden niet op prijs gesteld. 

·         Het is tijdens het canitrailen niet de bedoeling dat je je hond voorttrekt of dwingt om te lopen.

·         Begeleid je hond voor, tijdens en na de trail.

·         Elke deelnemer is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn/ haar eigen hond en om dit in goede banen te leiden, zonder overlast te veroorzaken naar andere honden, deelnemers, organisatie en omstanders. Laat honden niet zomaar contact met elkaar maken en houd afstand tot elkaar. Sommige honden hebben een grotere ‘persoonlijke zone’ of kunnen (in stressvolle situaties) met agressie reageren. Houd rekening met je eigen hond en met elkaars honden.

o   Indien een hond een grotere persoonlijke zone heeft of reageert op andere honden kan gebruik worden gemaakt van het ‘gele lintje’.  Het ‘gele lintje’ geeft aan dat de hond afstand nodig heeft van andere honden en mensen, dit kan omdat de hond niet met andere honden overweg kan.  

·         Ruim de uitwerpselen van je hond op en rond het evenemententerrein altijd op.

·         De honden zijn voorafgaand, tijdens en na afloop van het evenement altijd aangelijnd.

·         Als canitrailer ben je in principe altijd zelfvoorzienend. Neem ruim voldoende middelen mee om je hond goed te kunnen verzorgen onderweg.

·         Zorg voor een rustige start met voldoende ruimte voor je hond.

·         Let altijd goed op je hond. Zodra je merkt dat hij de eerste tekenen van warmte of vermoeidheid vertoont, geeft je hond dan voldoende rust. Leer je hond lezen en probeer deze tekenen voor te zijn.

·         Indien je in je groepje loopt, waarschuw elkaar dan voor obstakels, dan wel andere naderende andere ‘gebruikers’ van de  natuur, zoals wandelaars, (loslopende) honden, mountainbikers, etc. Vooral de voorste en achterste loper dienen hier alert op te zijn.

·         Op het moment dat je een trail in geaccidenteerd terrein loopt, dan gaat de organisatie ervan uit dat je samen met je hond gecontroleerd kunt afdalen. Zowel ten behoeve van je eigen veiligheid, alsmede de veiligheid van andere lopers (en hun honden).

·         Na het finishen verzorg je als eerste je hond. Zorg voor schoon drinkwater en voor een cooling down.  

 

Afstand, inhalen en passeren

 

·         Houd tijdens het lopen altijd voldoende afstand van je voorganger, minimaal 5 meter, ook binnen een groep. 

·         Op het moment dat je samen met een mede canitrailer wilt lopen of in een groep en de honden dit gewend zijn, zorg er dan voor dat je andere lopers niet tot last bent c.q. het passeren niet belemmert.

·         Qua voorrang gelden de volgende regels:

o   Een snellere loper heeft voorrang op een langzamere loper.

o   De loper die bergafwaarts gaat, heeft voorrang op degene die bergopwaarts gaat.

o   Mountainbikers hebben voorrang op lopers.

o   Paarden hebben in alle gevallen voorrang. Passeer paarden bij voorkeur stapvoets, houd je hond rustig, kort indien nodig en doorkruis geen groepen.

·         Op het moment dat je een andere loper wilt passeren, geef dit dan duidelijk aan, inclusief de kant waarlangs je gaat passeren, bij voorkeur aan de linkerkant. En bedank in het voorbijgaan even voor de ruimte die je krijgt. Houd je hond eventueel wat korter, zeker wanneer je merkt dat de hond mogelijk reageert op de andere loper en/ of op een andere hond.

·         Maak ruimte voor een snellere loper, eventueel door de hond wat korter te nemen, mocht dit nodig zijn. 

 

Trailregels

 

·         Blijf op de aangegeven, bestaande, paden, wijk hier niet vanaf.

·         Laat het wild met rust. Laat je honden niet al blaffend van links naar rechts springen wanneer ze wild zien of ruiken, maar probeer ze door jouw rustige, duidelijke en consequente begeleiding  zo snel mogelijk tot rust te manen.

·         Wanneer je loslopende runderen of een schaapskudde passeert, houd dan voldoende afstand (minimaal 25 meter). Doorkruis een kudde of een moeder met haar jong nooit. Blijf rustig en wandel rustig weg. Vaak staat dit ook aangegeven op waarschuwingsbordjes in het betreffende gebied. Lees deze instructies goed en houd je hieraan.

·         Je bent te gast in een natuurgebied. Houd je aan de regels van de beheerder van dit gebied, zoals Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Volg de regels die bijvoorbeeld op de waarschuwingsbordjes staan.  

·         Een standaard uitspraak in de ‘trailcommunity’ is ‘leave nothing but footprints’. Zorg er dus voor dat je geen afval laat rondslingeren en de trails schoon achterlaat.